Catalogusgegevens

LastDodo nummer
7224597
Rubriek
Munten
Titel
Syracuse op Sicilië AE17 (Hemilitron, Dolphin & Shell, oude Griekenland) 400 v.Chr.
Nominale waarde
Jaar
-400
Variant / overslag
Staatshoofd
Soort
Ontwerper
Serie
Materiaal
Gewicht
3
Diameter
17
Dikte
Vorm
Tekst voorzijde
SYRA
Tekst keerzijde
Rand
Muntmeesterteken
Muntteken
Oplage
Krause en Mishler nummer
Catalogusnummer
Calciati 24, Calciati II pg. 55, 24/1; SNG ANS 417; SNG Morcom 689
Bijzonderheden

Obv; Dolfijn springt recht over sint-jakobsschelp of kokkelschelp. Rev. Vrouwelijk nimfhoofd links, met ampyx en sfendon, spray van 2 olijfblaadjes achter De stad Syracuse ligt aan de oostkust van Sicilië en was oorspronkelijk een Griekse kolonie gesticht door Korinthe in 734 v.Chr. De stad kende een periode van expansie en welvaart onder de tiran Gelon in de 5e eeuw vGT, overleefde een twee jaar durende belegering door Atheense strijdkrachten van 415 tot 413 vGT en bloeide opnieuw onder de tiran Dionysius in de 4e eeuw vGT toen de stad veel van Sicilië en grote delen van Zuid-Italië. Met de komst van Dionysius I (ca. 430 - ca. 367 vGT) ontstond in Syracuse een lange periode van tirannie. Vier oorlogen tegen Carthago wankelden de eerste jaren van zijn tirannie, maar vanaf het begin van de 4e eeuw voor Christus beleefde de stad een nieuwe periode van welvaart. Er werden vestingwerken gebouwd die zich over een volledige 27 km rond de stad uitstrekten, en Syracuse kon nu de controle over het grootste deel van Sicilië en zelfs delen van Zuid-Italië claimen. De positie van Syracuse als een volledig onafhankelijke staat liep ten einde, en toen Hieronymus de kant van Carthago koos tegen Rome, was het lot van de stad bezegeld. Na een lange belegering van 213 tot 211 vGT werd Syracuse geplunderd door de Romeinse bevelhebber Marcus Claudius Marcellus. Dit ondanks het feit dat de Syracusanen profiteerden van de uitvindingen van een van hun beroemde zonen, Archimedes, die wapens creëerde zoals de 'ijzeren hand' die vijandige soldaten van hun posities kon plukken en ze vervolgens van grote hoogte kon laten vallen. Nog steeds belangrijk in de Romeinse tijd, werd de stad de provinciale hoofdstad, zij het ook een civitas decumana en verplicht om belasting te betalen aan Rome. In 21 vGT creëerde Augustus een colonia en de stad werd ook verfraaid met een nieuw plein en triomfboog en profiteerde van een nieuw aquaduct en een amfitheater. De stad bleef tot ver in de 3e eeuw na Christus een belangrijke nederzetting en indrukwekkende catacomben getuigen van haar rol als belangrijk christelijk centrum tot in de 7e eeuw na Christus. In 878 CE werd de stad veroverd door Arabieren, waarmee een einde kwam aan de lange geschiedenis van de stad als bastion van de Griekse en Romeinse cultuur.

Deze tekst is automatisch vertaald uit het Engels

Klik hier voor de oorspronkelijke tekst